Mensen die een zwart vermogen in het buitenland alsnog bij de fiscus willen melden, moeten opschieten. De boete wordt vanaf 1 juli verdubbeld van 60 procent van de ontdoken belasting naar 120 procent. Mogelijk volgen er nog meer stappen.
Dat maakte staatssecretaris Eric Wiebes (Financiën) dinsdag bekend.
Met de verdubbeling wil hij spijtoptanten aansporen zo snel mogelijk hun verstopte geld aan de belasting op te geven. Voor belastingontduikers die niets doen en tegen de lamp lopen, kan de boete nu al oplopen tot 300 procent.
Wiebes reageert met de stap op de recente onthullingen over het wegsluizen van geld via Panama, de zogeheten Panama Papers. De bewindsman wijst er verder op dat de Belastingdienst vanaf 2017 de bankgegevens van Nederlanders krijgt uit honderd landen. Dan sluit het net zich, stelt Wiebes.
Volgens hem is door de wereldwijde maatregelen het verbergen van vermogens voor de fiscus niet meer mogelijk: “Illegale praktijken worden steeds moeilijker.”
"De boodschap luidt: verstoppen kan niet langer. Het spel is klaar'', aldus de staatssecretaris. "Hoe langer je wacht, hoe duurder het wordt. Het wordt niet leuker.''
De boetes komen bovenop de belasting die met terugwerkende kracht over de afgelopen twaalf jaar betaald had moeten worden. Op dat bedrag wordt ook nog een rente berekend.
Boete voor zwartspaarders
De jacht op zwartspaarders is de afgelopen jaren toegenomen. De Belastingdienst heeft sinds 2002 zeker 8 miljard euro getraceerd bij zwartspaarders. Dat leverde de fiscus tot nu toe 1,6 miljard euro op dankzij naheffingen en boetes.
In 2002 werd de zogeheten inkeerregeling van kracht. Deze regeling is bedoeld voor mensen met veel spaargeld op een buitenlandse bankrekening die daarover geen belasting betalen. Wie zich alsnog meldde bij de Belastingdienst hoefde minder boete of soms zelfs geen boete te betalen over het zwarte geld.
Lees ook
Zo spoort de fiscus zwartspaarders op: miljoenen transacties doorzoeken
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl